141
Aan 't vriendenhart ligt gij geruster;
liet balsemt al uw pijn:
Wees gij voor mij een lieve zesteb
Ik Wil UW BROEDER zijtt.
O zeg wat hulp ik kan verleenen
Wat troost uw hart behoeft!
't Is niet bij jub'lcn maar bij 't wceneu
Dat men een vriend beproeft
Gij zwijgt!Dat zwijgen zij mij heilig.
'k Heb eerbied voor uw smart
Maar toch! maar toch! gij waart zoo veilig
Aan dit getrouwe hart!
ZièrikzeeJ- i. vak der vliet.
October 1839.