reu. De naaste aan hetzelre ten Westen behoort tot den TTagenman. Ongcveerte 11 ure ziet men de achter wielen van den JHxgen (voorpooten van dengrootenBeer) nabij het toppunt. Alsdan nadert Orion zijnen onder gang en gaat de Leeuw door het Zuiden. Hij is te kennen aan do reeds (Januarij) vermelde ster van de eerste grootte. Schuins daarboven (meer Westelijk) ver- toonen zich vier kleine sterren die den kop verbeelden terwijl, Oostelijk op, eene vrij heldere ster in den staart slaat. Nog meer Oostelijk ziet menbij helder weder eenige kleine sterretjes digt bij één staan. Dit noemt menhet hoofdhaar van Berenice. April. Het duurt door het lengen der dagen nu wel tot 8 of 9 uren eer de sterrenhemel duidelijk zigtbaar is. Do 'jroote Hond is in het Zuid-Westen nabij zijnen onder gang. Siriiis en Procijondie wij reeds (Januarij en 1 ebruarij) hebben leeren kennenstaan nu in die hemel streek boven elkander. Nog westelijker herkennen wij Orion en den Stier. Andromeda gaat in het Noord- Westen onder en is nog slechts met moeite te herkennen. Cepheus staat beneden de Poolster in het Noorden, en is wanneer de lucht helder is goed te onderkennen. Een weinig laterna 10 ure heelt men goede gelegen- Dcnebola.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 60