d-
n.
ïn
a.
of
Do
ir-
en
il-
rij
l-
heidom liet sterrebceld Bootes te lce'rcn kennen. Het
bevindt zicb in het ^oord-Oosten, en de sterren, die
eone gebogen verlenging van den staart van den grooten
Beer schijnen uitteraaken, bckooren tot dit sterrebeeld.
Overigens is de figuur onregelmatig, en alleen door
middel van Mreturus niet moeijelijk ,om te herkennen.
Wendt men nu het gelaat om dan zal men den Leeuiu
door het Zuiden zien gaanhetgeen omstreeks midder
nacht het geval is met de ons reeds bekende Korenair
der Maagd. Op dat uur staat in het Oosten een groot
sterrebeeld dat wij nog niet hebben gezien. Het heet
de Slangendrager of Ophiitchas. Wij zullen later in
het jaar betere gelegenheid vinden om dit uitgestrekte
sterrebeeld te doen kennen ons nu vergenoegende met
de plaats aan te duiden waar het staat. Meer ten Zuiden
verrijst de JKeegschaalaan eenen onregelmatigen vier
hoek bestaande uit twee grootere en twee kleinere ster
ren te onderkennen. De groote donkerroode sterdie
te 11 jL ure in het Zuid-Oosten opkomt behoort tot
het insgelijks later te beschouwen sterrebeeld de Schor
pioen.
Mei.
Wanneer het volkomen duister is geworden, ziet men
de Maagd de grootste hoogte in het Zuiden bereiken.
Westelijker staat de Leeuw. Orion en de hem omrin-
Antares.