IiV. Weegschaal. De heldere slerren die men bemerkt tus- schen den onregclmaligcn vierhoek in Hercules (Junij) en den naar het Westen dalenden A return» behooren ten dcele tot Herculesen ten deele tot de Slang. Onder Areturus in Bootes gaat de Maagd onder. Hare Koren air is reeds bij of onder den gezigteinder. Laag in het Noorden wijst ook nu, even als in de vorige maand, Canella aan, waar zich de Wagenman bevindt. Yan het Noorden naar het Oosten ziende, bespeurt men Per seusAndromeda staat hooger en Oostelijkernog meer Pegasus, aan zijnen groeten vierhoek te herkennen, onder wien do Waterman opkomt. Hoog in het Zuiden blinkt Wega in de Lier. Tusschen haar en Pegasus herkent men de kleine ruit van den Bol fijn waarboven de Zwaan. Ten Zuiden van den Waterman staat de Steenbok. Omtrent zoover beneden Atair in den Arend, als Wega daarboven staat, ziet men, behalve enkele kleinere, vier tamelijk groote slerren, van welke het cene paar nagenoeg zoover van het andere staatals de onderlinge afstand der sterren in het groote vierkant van Pegasus. Hieraan kent men den Steenbok. Do overige onder Wega en de Zwaan staande sterrcbeelden de A rendde Bo/fijn en Antinoüshebben wij reeds vroeger leeren kennen. Augustus. De meeste sterrebeeldenthans reeds aangeduid heb- Spion.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 65