LIX. reeds door liet Zuiden gegaan. De Artnd en Antinoiis neigen ten ondergang. Het groote sterrebeeld Andro meda met de beschrevene kleinen die er bij staan vullen den hemel hooger van het Zuiden naar het Wes ten. Laag in het Noord- Westen is de Lier nog aan Wega te kennen. Hooger staat de Zwaan nu met het kruis regt op. De Tweelingen rijzen in het IVoord-Oosten waar boven de IFagenman en nog hooger Perseusdie bijna in het toppunt staat en zich om hetzelve met Andromeda vereenigt. Het prachtige sterrebeeld Orion staat in het Oosten in vollen glans zuidelij ker de Stier. Daar de drie laatstgenoemde slerrebeelden in derzelver volle grootte gezien worden is nu de Sterrenhemel op het schoonste. De overige thans zigtbare gesternten zijn reeds in Januarij vermeld, behalve de Eenhoorn die gemakkelijk te kennen is aan drie in eene regte lijn staande sterren, dwars boven Orions qordeltus- schen Procijon eu de bovenste 100de ster in Orion. Het bovenstaande maandelijksche overzigt van den stand der Sterrenhemels bevat slechts de voornaamste sterrebeelden. Tot de keunis der kleinere b. v. de Jagthondenwordt reeds meerdere oefening gevorderd en dat wij sterrebeelden die of voor het bloote oog geheel onzigtbaar zijn, gelijk de Fisschen of slechts voor een klein gedeelte zich boven onzen gezigteinder Betelgeure.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 69