LX. verheffen zoo als Argo stilzwijgend zijn roorbijgegaan spreekt van zelf. Ten einde de verkenning aan den Hemel nog gemakkelijker te maken, besluiten wij dit oycrzigt met dien witten gordel om den Sterrenhemel te Tolgenwelken men don Melkweg noemt. Behalve een gedeelte, dat altijd voor ons onzigtbaar blijft, ver deelt hij zich tusschen den Schorpioen en den Schutter in twee strepen; het eene gedeelte loopt langs den Slangendragerhet andere langs Antinoïis en door den Arend. Bij de Zwaan vercenigeu zich deze armen weder en nu gaat de Melkweg door Cephcus en Cas siopeia naar Perseus en den TVagenmanom tusschen de Tweelingen en den Stier het smalste te zijn. Meer verbreed, wijkt hij hier onder den gezigteinder. II. M. C. VAX OoSTEISZEE.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1840 | | pagina 70