51 zich meest al geen aanzien verschaffen door in eenen beperkten kring een rijk inkomen te verteren, zij ont vrij kcH daarom de meer afgelegene oorden om in elkan ders nabij heid de vruchten te genieten welke door hanne rentmeesters elders worden ingezameld. En waarom zouden zij dit niet? De leenroerige magt is verdwenen waarom zou dan niet ook gesloopt mogen worden, het geen het volk herinnert, dat zij eenmaal bestaan heeft? De pachter der grondbezittingen van een aanzienlijk man staat, mits hij slechts op zijneji tijd betale, met zijnen heer gelijk, ja, in het oog van do arbeidende menigte, die van hom het verdiende of gegevene brood ontvangt, doch aan den heer geene verpligting heeft, zelfs boven dezen. Wat zou dan de Ambachtsheeren nog naar hunne heerlijkheden kunnen lokken? Zij hebben opgehouden er de hoofdpersonen te zijn be hoeven dus ook geene paleizen meeren vergenoegen zich derhalve met een paar tamelijke vertrekken, in welke zij .gedurende hun kortstondig verblijf op hunne goederen, zich kunnen ophouden. Zoodanige worden er dan nu ook hier in gereedheid gebragtin het vroegere koetshuis dat het plaatje u voorstelt ter zijde van het hoofdgebouw. Intusschen klonk toch de tijding: «het slot te Baar land zal worden afgebroken aan velen in Zuidbeveland onaangenaam in de ooreuwant het oude slot was aan velen dierbaar geworden deels als de laatste der eigen-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1841 | | pagina 149