Ol der onverschrokken dapperheid nietdie met zijn schip door zes vijandelijke galeijen met 1600 koppen omsin geld, alleen legen deze, gedurende twee uren, heeft geslagen door den vijand is heen gebroken, en dezen met aanmerkelijk verlies heeft afgeslagen? Gewis. Wel hem die 't Vaderland meer dan zich zelv' bemint In 't strijden voor haar eer een' zuivren wellust vindt, Die niet met woest getieronvruchtbre taal of loosheid Dien achtbren naam misbruikt tot dekking van zijn boosheid, Maardie door daden toontterwijl de noodstorm brult Dat hij zijn pligten kent, dat hij zijn pligt vervult. Gelijk een diamant zijn stralen schiet in 't duister, Schijnt ook altoos zijn roem met onverdoofbren luister. Trouwens de Zeeuw laat zich door geene overmagt vervarengetuige onze Onder-Admir aal Joost de Moon geboren te Vlissingen die in 1603 met drie oorlog schepen en twee galeijen behalve het bootsvolk slechts 36 soldaten ophebbende door den moedigen en eer- gierigen Spisola met acht galeijen, op welke zich vol gens sommigen 1500 man bevond, met veel verwoedheid werd aangevallen en stond omsingeld te worden. Onze Zeeuwen echter wisten dit gevaar te ontwijken en deden hun geschut zoo behendig spelen dat een aanzienlijk gedeelte van den vijand het met den dood moest be- koopenen daaronder Spisoda zelf Men streed twee volle uren zonder van onzen kant veel te lijden.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1841 | | pagina 195