AAN MEJUFVROUW TIK GEIiEGEMHEID hakik vehjaring. Waarlijk 't is een schoone dag Dien een gunstig lotbeschikken Vrolijk u doet tegenblikken Dien men dankbaar Tieren mag. Jahet is een zaligheid Om 't geboorteuur intedenken Aan 't Tcrleên een zucht te schenken, Onbewust wat lot ons beidt. Al het zoetdat men geniet, (Kan men zelfs terugwcêrtoorren Wat de tijd reeds mogt rerovren;) Maalt de rlugste Teder niet. Al de rampen die men leed Al de blijdschapdie men smaakte Alles waar het hart naar haakte Wat men goed of kwalijk deed.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1841 | | pagina 213