AAN MEJUFVROUW
TIK GEIiEGEMHEID hakik vehjaring.
Waarlijk 't is een schoone dag
Dien een gunstig lotbeschikken
Vrolijk u doet tegenblikken
Dien men dankbaar Tieren mag.
Jahet is een zaligheid
Om 't geboorteuur intedenken
Aan 't Tcrleên een zucht te schenken,
Onbewust wat lot ons beidt.
Al het zoetdat men geniet,
(Kan men zelfs terugwcêrtoorren
Wat de tijd reeds mogt rerovren;)
Maalt de rlugste Teder niet.
Al de rampen die men leed
Al de blijdschapdie men smaakte
Alles waar het hart naar haakte
Wat men goed of kwalijk deed.