128
de bepalingdat de Upper- en Onderdijkgraven der
watering beoosten IJerseke hier moesten wonen waar
door deels de inwoning ran eenige niet onaanzienlijke
personen en huisgezinnen aan de stad v/erd verzekerd
deels ook voor nabijheid van het dijksbestuur bij stormen
of watersnooden gezorgd. Deze en andere privilegiën
gevoegd bij de gunstige ligging der stad aan de vaart
op Brabaud deden Romerswaal dan ook tot hoogen
bloei en welvaart stijgen; blijkens onder anderen eene
vergunning van Keizer Karei, V, in 1528 noodig gewor
den datter dienste der koopliedendo Schepenen niet
meer driemalen ter week maar dagelijks zouden ver
gaderen. De voornaamste bronnen van welvaart waren
koophandel landbouw meekrapnering en zoutkeclen.
Meer en meer stak het bloeijcndc Romerswaal het hoofd
naar boven; maar, gelijk niet zelden bloei en rijkdom
tot overmoed overslaatzoo ontstond ook ten jarc 1454
hier een oproer, voornamelijk uit ontevredenheid met
do van 's Graven wego tot regterlijke ambten aange
stelde personen ontstaanwelke opschudding daarmede
eindigde,dat de voornaamste ingezetenen blootshoofds,
barrevoets en in het heuid den Stadhouder Kabee vav
Bourgondiea 's Graven zoon, om vergeving baden,
welke hun dan ook geschonken werd tegen betaling
van 1200 kroonen ieder van 4 Vlaamsche schellingen
(ƒ1.20.)
Het dertigste jaar der xvieeuw was voor Romerswaal