HET KASTEEL YAN SLUIS.
ii.
Het kasteel van Sluis was in deszelfs laatste gedaante
of die van eenen grootsclien bouwvalook voor mij dier
baar,toen do Voorzienigheid voor vijf-en dertig jaren
mij in het tegenwoordige 4.° district van Zeeland eerst
eene verblijfplaats later eenen werkkring aanwees.
Menigwerf kwam ik, gedurende de jaren mijner inwoning
in hetzelve te Sluis en was er slechts eenige gelegen
heid toe, dan bragt ik gaarne ook een uur in eenzaam
heid door binnen die treffende gedenkteekenen der ver
gankelijkheid van al het aardsche, om daar in stilte te
denken over het voorledene en over de toekomst. Het
kan dus niet bevreemden, dat, bij de ontmoeting van
vrienden uit die jaren der jongelingschap, en wanneer
derzelver lief en leed weer in het geheugen geroepen
wordendo prachtige ruïne ook nu en dan eens het
onderwerp van het gesprek wordt, en als dan do wensch
geuit: mogt er ten minste iets van overig zijn gebleven
Zulk een gesprek had ook wederom plaats toen de