BY DE GEBOORTE VAN EENEN PRINS.
{Be eerste Telg van Z. M. lfrill En II.)
Gelukkige beemden welken de Bijle omzoomt,
En waar de Senne zachtjens en kabbelend vliet,
U wordt het gegeven geluignis te dragen
Van het ontluikend geluk onzcs Vaderlands;
Jazij de Dochter der Aewkis en der Peters
Ja, hij, de forscho Zoon der tPillemsder Maurils
Ja, hij de eik uit de eeuwige velden van JP~odan
Zij beiden, der stervlingen eer, der Vorsten roem,
Vleiden zich neder in schailw van Hijmenaeus.
De Godheid des levens omwolkte Pauwlona
Een Seraph uit hooger en beter gewesten
Nam 'l kleed een 's slervlings aan. Een'Alexander wierd
Een ÏVillem zag het licht en noemt zich Fredriks Zoon
Zij juichen en jnbleu en danken den hemel.
De Volken, en IIunie en Moezel baauwcn 't na.
Hij ziet hot licht de held onzer vuurge wenschen
De God van den oorlog, de God van den vrede.
Nog mogen wij heden om oude verschillen
En nieuwe vete eikanderen miskennen
En halen; zij kwijnen verschillen en vete
En Nederlands lauwers de schrik uwes vijands