XI.III.
en 6 seconden om dit hemelligcliaam. Voor het bloote
oog is zij onzigtbaar door hare geringe groottedie
116 maal minder is, dan die der Aarde. Haar licht is
zeer verschillend waaruit men tol eeueu zeer hoogeu
dampkring besloten heelt.
Den 28 maart 1802, ontdekte de slerrekundige Or.Bf.ns,
te Bremenongeveer op denzelfden middelbaren Zons
afstand, nogmaals eene kleine planeet, die hij Pallas
noemde, on die ook nagenoeg denzelfdcu lijd besteedt,
om hare baan te doorloopen namelijk 4 jaren, 221 da
gen, 15 uren, 35 minuten en 51 seconden. Zij staal
in ligchaamsgrootte omtrent gelijk aan onze Maan, en
schijnt even als Ceres, van ceuen zeer hoogen damp
kring voorzien te zijn.
Piiet lang duurde het, of de Hoogleeraar Habdikg
ontdekte te Lilienthalden 1 september 1804, in den-
zelfden omtrek weder eene plaueetdie Jnno genoemd
werd en in 4 jaren 131 dagen, 10 uren, 30 minuten
en 21 seconden om de Zon loopt. Wel is waar, haar
gemiddelde Zonsafstand is ruim 2 millioeneu mijlen
minder dan die van de twee anderen maar de banen
dezer laatsten liggen aan wederzijden van die van Jvno
wier kleinste afstand van de Zon ruim 40 en grootste
68 millioenen mijlen bedraagt. De grootte dezer planeet
is van die der Aarde.
De ontdekker van Pallas, Olbkbs, had de gissing
geopperd dat de pas ontdekte planeten te zamen vroeger