Anderen ecliler hebben zijne nagedachtenis met ge dichten vereerd, terwijl de verdienstelijke G Boij en A. Hoffek het volgende grafschrift ter zijner eer in de vleeschhouwerskapel deden plaatsen dal echter door den brandwelke de Groote Kerk in het jaar 1832 vernielde verloren is gegaan. D. 0 M. Sepul. Clarissimi Doctissimique 1) Levini Lemnii Zierizaei Obiil. cal. Qumiilibu. CI3JDLXVIII. Qui prior occultis rerum miracula causis. Atque auclore sagax omnia plenna Deo. Scripsitet nosiris terras elfusit in omnes Finctibus huic patrio couditur nmbra solo. Et quoe saxa sibi moriens non contulit ipsi A sera mciito posteritale capit, Rottera! cur magno statuam decernis Erasmi? Ille tibi cineres non dedit ipse snos. Qui nasci voluitque morihie qui vixit et orbi Quod dedit, hoc urbi consecrathanc meruit. G. Boij. tot doctor bevorderd was, door Ebik XIV, koning van Zweden,\ai lijfarts aangenomen werd doch beide werden door Joiuss'ts, Hertog van Finlandin den kerker geworpen en van het leven beroofd. Zie P. de la Ree, Geletterd Zeeland, '2.- druk, bl. 312,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 133