van den welstand des ligchaams, maar paarde hier aan
ook zoodanige wenken die den welstand der ziel be
vorderen en op deugd en zedelijkheid eenen belangrijken
invloed konden uitoefenen.
Hij was in de kruidkunde zeer ervaren ea men kan
zeggenvoor zijnen tijd, wel op de hoogte der wetenschap.
Rotterdam K. J. R, vak Hakduhwijk.
Augustus 1843.