belang meer afzonderde en scheidde,zoo zijn de afdee- lingeu der maatschappij tot Nut, zusterlijk veroenigd terwijl die der Belhorica met elkander slechts in aan raking kwamen, om elkaar den voorrang te betwisten. Meerder punten van overeenstemming en van verschil noemen wij niet wij herinnerden hieraan slechts,om bij de opgave van hetgeen er met betrekking tot eene van deze kleinere Kamers der Rethoricadie te Goes, bekend is, niet met de deur in het huis te vallen. Is het jaar van de oprigtiug der onderscheiden Kamers in Zeeland niet met zekerheid bekend wij meenen grond te hebben waarop wij die van Goes voor veel jeudiger houden, dan andere harer Zeeuwsche zusters. Geene sporen van haar bestaan vindt men in het stedelijk Archief vóór het midden der zestiende eeuw. Bedenkt men hierbij dat Goes deszelfs meerdere welvaart aan Jacoba verpligt was (1) dat de meeste van deszelfs in stellingen eerst van het midden der vijftiende eeuw dag- teekenon (2) dat Philips in den jare 1580 het: une (1) Van haar het Octrooi voor de Jaarmarkt, gegeven 7 Augus tus 1417 van haar het Octrooi, om haar vestenstareken, ende besorghen met poorten graven ende anders goeden weren, 21 Oct. deszelfden jaars. (2) Het üctrooij voor de Cruijsboog-Schutterij, gegeven door Kakel, Hertog van Bourgondie, is van 6 Mei 1469 (Groot Privi- legieboek, fol. 65). Het Privilegie tot de stichting van het Klooster der Kruisbroederen is van 3 Oct. 1830, enz.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 139