19 noch ook welke do reden geweest zij waarom er met betrekking lot eene derzelve geeue besluiten Tan den Raad genomen zijn, buiten dat der vercenigiug. Mis schien dat eene der beide kamers zich nimmer tot die hoogte hebbo kunnen Terheffen dat zij geacht kon wor den tot de corporation ran dien naam te behooren en als zoodanig aan de zorg en aan het toezigt der Rege ring aanbevolen te zijn. Wij zullen niet herhalen, wat er door verschillende schrijvers over deze inrigting in hare werking en in haro nuttigheid is gezegd. Men vergete slechts nietdat wij aan ondankbaarheid ons zouden schuldig maken indien Wij uit de hoogte nederzageu op de pogingen onzer voorouderen tot daarstclling van het schoone ge bouw onzer letterkunde. Zij legden do grondslagen hun nageslacht trok hel verder op: dat wij het vol- tooijen! Deil. R. C. II. Römeb.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 147