22 voorgekomen. Althans,omdat de «Camere van Rhetorica binnen dese stede haer vervordert heeft bij schoonen daghe op publijcke plaetseu, als de breede brugghe en elders, te laten loopen sekere persoonen» met zulke sotscappen werd zij veroordeeld om te betalen «jegens den Heere 40 de stad hacre gerechtigheit.Men kende toen ook het stelsel van solidair, want de Heer rnogt deze boete verhaelen op een van de gasten (leden) van <le Cauierediet hem believen salbehoudens de Camere haer actie op degeenedie sij te rade werden sullen. Te Haamstede bestond insgelijks cene Kamer. Den 11 Fobruarij werden «die van de Camere van Retorica lot Hacinslede» veroordeeld in eene geldboete van 20 Pon den met bedreiging van het dubbel in geval van her haling omdat sij haer vervordert hebben openbaerlijck de gans te vreekenen andere ongeregeltheeden te be- drieven.» (11 Februarij 1611). Men maakte het dan ook somtijds grof genoeg. «I)e Prince en andere van Kamer van Rketorica der Heer- lijkheijt Oosierland» hadden «haer vervordert met bla- soen en andere haere cainerkleederen te comcn rijden deur de sladt,en dat op ecu Soudagh, siugende openlijk en diergelijckeu ongercgellheden bedrieveude looschan- dael en' ergernisse van anderen.» De straf bestond in eene boete van 20 en «interdictie van 't meer te doen op swaerdere correctie.» (24 Junij 1611)

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 150