44 inwendige niet geheel voltooid is. Men kan dit daaruit opmaken dat er slechts ééne balustrade in een vak onder de hooge ramen van het rniddelwerk als tot eene proeve, afgewerkt is,(10) liet geheel is echter schoon. Behalve het ruime en luchtige, zoonoodig in een Kerk gebouw, maakt dat liooge Koepelgewelf ecnen verheve- nen indruk op de zielwelke in heiligdommen met rcgte platte zolderingen zich als 't ware gedrukt vindt. Wat men later in 't begin der 15.'eeuw tot vergroo ting van het gebouw verrigt heefthebben wij opgegeven. Hetzelve is waarschijnlijk in denzelfden stijl uitgebreid. Bit toen aangevoegde bestaat echter thans niet meer. Hoewel de Kerk gespaard bleef bij den zwaren brand, welke ten jare 1554 do stad deerlijk teisterde (11)zoo werd dezelve den 11 September 1618 voor een groot ge deelte lerprooider vlammendooronvoorzigtigheid eens loodgieters veroorzaakt. Het gewelf van het westerlijk gedeelte stortte in, benevens de toren. Beze zijde werd geheel verwoest. Van het oostelijk deel werd slechts het dak beschadigd. Van de tegenwoordige Wandelkerk schijnt ook een goed doel behouden te zijn geworden. Ten minste de beide schoone ingangen dragen nog het kenmerk van den vroegcren bouw. Men vindt er nissen (10) Er zijn ons nog andere bouwkunstige opmerkingen medegedeeld, die niet zoo dadelijk in 't oogvallen. Het is hiel de plaats niet ze te vermelden. Misschien doen wij het elders. (11) SmaLLEGAKGE t. a. pl., bl. 534.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 172