Ill opzigt hot gcenc waarde heeft, en als zoodanig niet in overeenstemming was met het kunstgewrocht, waarin het prijkte waarom deszelfs gemis te dier plaatse niet zoo zeer te betreuren is. Het luidde aldus: Op herfts-Maents eLfden daCg, door YULCaens boos bestier De son op 't hooCgste saCh, ous KerCke staen In 't Yler DoCU eer op neegenst' AprIL, PhebVs saCh 't MIddaChs ront, LaCh d'eerste steen aL stlL, geVest Yast In den gront. In 7 maanden had men aldus alles opgeruimd en voor bereid tot den herbouw. In dien tusscheulijd zal men zeker ook de schade, aan de Prcekkerk veroorzaakt, hersteld hebben. Dit blijkt ook daaruit, dat men op het dak van dit gedeelte ter Noorderzijde het jaartal 1619 (bij de vernieuwing van hetzelve voor weinige jaren weggenomen) gezet heeftterwijl op het andere gedeelte 1621 geplaatst werd, hetwelk er nog op te zien is. Dit laatstgenoemde gedeelte staat bekend onder den naam van Koor. Gelijk wij reeds opgaven, zoo zou men dit, zoo wel als de VVandelkerk voor overtollig kunnen hou den. Doch onder de redenen om het in vorigen stand weer te brengen, en hieraan vele kosten te besteden, zal wel behooid hebben, dat het tot eene begraafplaats verstrekte, waaraan men, volgens do denkwijze dior tijden,en wij veroordcelen dat niet, zeer gehecht was. Men hechtte er aandat het stof der vaderen onder de ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 175