49 Kerk zich. meester, en weldra werd dezelve tot hun heiligdom ingewijd. (15) Sedert hebben de Hervormden getoond, dat zij waar dig waren de bezitters van zulk ecu heerlijk Kerkgebouw te zijn, waaraan zij ook naar hunne begrippen waarde hechten. Wij hebben gezien wat zij na den brand, die zulk een groot deel van hetzelve vernietigde, gedaan hebben, om het niet alleen in vorigen staat te herstel len, maar nog heerlijker te doen herrijzen. (Te dier tijde waren er bijna geene Katholijken meer in de stad). Yoorts is het bestaan der Kerk in dien toestand waarin wij dezelve nog heden aantreffen, een bewijs, dat men steeds veel over had tot onderhoud van het kostbare pand. Wel zijn er sommige tijden geweestwaarin daar aan niet al het noodige is te koste gelegd, doch nooit is dezelve geheel in verval geraakt. Belangrijke kosten zijn somwijlen aan de herstelling besteed. Ook onze leeftijd heeft er bewijs van opgeleverd. Ifa den overgang des (15) Uitvoerig en naar echte bescheiden is een en ander, dal hierop betrekking heeft, medegedeeld door vak de Sfieghel in zijn werk getiteldhistorie van de Satisfactie van Goesbl. 278 292. Het voornaamste heeft J. Ab Utrecht Dresselhois in zijne Wandelingen door Z. en N. Bevelandl.e stukje, bl. 104108, bijeengebragt, en hierbij tevens bondig en overtuigend eenige bedenkingen tegen dien overgang of de inbezitneming der Kerk door de Hervormden ontzenuwd. De eerste godsdienstoefening werd door de Hervormden aldaar gehouden op den 8 October 1578.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 177