LACHJES.
Vol weemoed zinge een ander rrij
Van droeve minneklagljes;
Hij plenge traan op traan er bij
Oneindig meer bekoren mij
Der schoonen lieve lachjes.
Een lachje lokt tot blijdschap uit
Een lachje ontvonkt de zinnen,
't Is specerij die 't feestmaal kruidt;
't Siert beter, dan een traande bruid
En harten zal 't verwinnen.
Wel veel vermag een traan in 't oog
Maar veel ook soms een lachje
't Is als de Zon aan 's hemels boog,
Die ons, als de uchtendmist vervloog,
Voorspelt een helder dagje.