-#
DE NATUUR.
^£V^!"vAi^Ni%!VW>SWM^SW^«.>SViV»J
Ieder plantje en ieder kruidje spoort ons aan tot uwen
lof,
God! U wondren te beschouwen geeft der ziel steeds
dankeusstof.
Heerlijk pralen heesters, bloemen met een purpren lint
en gloed
Ieder blaadje en elk insectje predikt ons: de Heer is
goed.'
Donkre bosschen, stille dreven, 't voglenkoor en 't
schepslen tal
Melden de almagt van don Schepper van het mateloos
heelal.
Maar hoe de aarde ook moge prijken door de zorg van
zijn bestuur,
Heerelijker flonkervuren schittren in het nachtlijk uur