einde aan do zaak maaktedoor aan de gevangen de
vrijheid en twee der schepen terug te geven. Nu werd
de Cingalesche despoot toornig; hij leende hot oor aan
achterklappers, die denNeèrlanderen heimelijke bedoe
lingen toeschreven, en besloot, zich van die gewaande
vijanden te ontdoen. Den 1 Junij noodigde hij de Weekt
met zijne voornaamste bevelhebbers aan land, voorge
vende met hen naar boord te willen gaan. Zij kwamen,
vergezeld van 200 mannen, en de bevelhebbers werden
goed onthaald. Na den maaltijd verklaarde Z. Maj. geenen
lust te hebben nog op dien zelfden dag de schepen te
bezien, en verzocht den Admiraal met zij ue bevelhebbers
te blijven, en de overigen te laten vertrekken zullende
hij des anderen daags met hem medegaan. 1)e VYeekt
voldeed aan zijn verzoek, besloot met Lesdegibs, los-
cemoo en oenig gevolg aan den wal te overnachtenen
liet de overigen aftrekken. AVeldra echter ontstond er
na eene nieuwe woordenwisseling. De Vorst maakte
zwarigheid, om op de schepen lokomen. De Admiraal,
hierover gebelgd verklaarde Funto Gale bij zoodanig
wantrouwen niet met hem te zullen aantasten. Nu barstte
de Despoot los. «Sla dood dien hond .'oen straks waren
de Weekt en zijn gevolg omgebragt. 's Vorsten lijfwacht
zette de aftrekkenden naen ook velen van dezen vonden
op dien dag nog den dood. Het getal der verslagenen
bedroeg in het geheel 5ï.
De verbazing en schrik hierover was groot op de