schepen. Evenweler moesten toch maatregelen worden genomen voor het vervolg. De overgeblevene leden van den scheepsraad vergaderden dus den 4.cn om eenen nieuwen Vice-Admiraal te benoemen en ook do andere opengevallene plaatsen te bezetten. Tot de eerste betrek king verkoos men den bevelhebber van de Hollandsche Juin het 4." schip in rang waaruit men mag opmaken dat ook Vogelaar gevallen was. Jacob Pieterszoo* ver liet dien ten gevolge zijn schip en ging op de Zierikzee over. Aan Ja* Fbassz. werd het bewind over het schip Flissingen gegeven. De verraderlijke moord, aan zoo vele Nederlanders gepleegd, bleef ongewroken. Gedeeltelijk ontbrak het aan magt, en gedeeltelijk gebood ook staatkunde oog luiking; vermits zijne Candischo Majesteit al dadelijk zijnen spijt overliet gebeurde liet beluigen en de Neder landers pleglig verzekeren dat,indien zij terugwilden komen hun verder geen het minste leed zou weder- varen. Hij zou hun scheepsladingen kaneel en peper sturen, indien zij maar hunne voornaamste opperhoofden tot hem wilden zenden, om over den prijs te handelen! Die bevelhebbers hadden nu evenwel geen zin om het voorbeeld van de Weert te volgen wantrouwden 's Vor sten gezindheden en de scheepsraad besloot dus,dat het schip Goes naar Bantam zou stevenen om daar het gebeurde ter kennis van den Admiraal te brengen, en tevens eenelading te zoeken j - dat de schepen Flissingen

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 223