niet lang liep het aan, of onze Nederlanders waren, on der het geleide der Djohorsche loodsen in de nabijheid der Portugesche schepen. De bevelhebber gebood, dat op de drie schepen een ootmoedig gebed tot God zou worden opgezonden. Na het Hmen! werd het sein tot den aanval gegeven. Het gevecht was hevig en duurde lang. De onzen kregen eenige dooden en gekwetsten; doch de Portugezen moesten afhouden. Des anderen daags werd de strijd hervat met dezelfde uitkomsten, na meer dan zeven uren lang geduurd te hebben. Groot was hierover de vreugde des Djohorschen gebieders; hij betoonde evenwelzijne erkentenis meer mot woorden dan met daden. Zij verkregen ook bij hem geene lading, en zetten dus den togt naar Patani voort. Daar namen zij de lading van het aldaar liggendedoch onbruikbaar geworden schip Haarlem over, hetwelk verbrand werd. Hierdoor verkroeg de Z'ierikzee het haar nog ontbrekende bijna ten volle, en voer vooruit naar Bantam. Weldra volgde ook de Hollandse/ie Tuindie, na eene lange en verdrietige reize eerst op den6April 1604 het anker liet vallen voor P oeloe Pandjang inde baai van Bantam op een paar uren afstand van de stad. Daar vernam men, dat de Zierikzee en de Goes reeds ter reede lagen, voor nemens om, indien de schepen, die uit het Vaderland verwacht werden niet binnen eene week kwamen op dagen zelve de reize derwaarts aan te nemen. De komst van dit laatste schip veroorzaakte eenige veran dering in dit besluit en tevens langer oponthoud,

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 227