109 Ik stond geheel Terlegen En wist nietwat te kiezen. Toen naderde ook Cythéra En bood een beeldschoon meisjen: Toen liet ik Wijsheid, Schatten, Wijn, Nectar, mooie Dichtjëns En al het andre blijven, En koos (en welke jongling Zou ooit wel anders kiezen?) En koos het schoone Meisjen. En zie, nu heb ik alles: Want Lielde is meer dan wijsheid; Het schoone, lieTe Meisjen Is meer, dan alle schatten: Heur kusjes gaan den nectar En de allerfijnste wijnen In zoetheën vor te boven Eu wil ik soms eens dichten, 'k Ben nooit om stof verlegen: Ik denk slechts aan mijn meisjen En heb ruim stof tot dichtjes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 243