112 gewoon voorjaarsverschijnsel aanzag. Doch ik vrees, daar toe do gelegenheid niet te zullen hebbenwant deze zwervers hebben doorgaans een vrij langen lijd noodig om terug te keerenen indien de verschenen komeet b. v. eens eenen omloopstijd had van 3300 jaren, zoo Bessee meende dat die van 1811 heeftof van 8800jaren, zoo als uit de berekeningen van voir Lijjdexau op die v n 1680 volgt, dan zal ik van deze visite van excuus wei vntslagen zijn! Intusschenwij zouden bij deze ge- legeuh. ;d eens kunnen nazien, wat onze Zceuwsche Kronijkschrijver ons zoo al van komeetvorschijningon mededeelt. En daar wij dit jaar ook al weder van ver woestende aardbevingen hebben moeten hoorenzoo willen wij op hetzelfde onderwerp deze Kronijk ook eens opslaan; of liever nog een stapje verder gaan, en aan Vader Reigersberg vragen, wat hij ons zoo al te berigten heeft van vreemde natuurverschijnselen Ik doe dat niet, om aan de meer geoefenden onder onze lezers iets, hun onbekend, mede te deelen; maar ons Jaar- boekjo is een /^otós-Almanakin welken allerlei lezers iets moeten vinden, dat hun aanstaat, de een dit, de ander dat. Uit dit oogpunt beschouwe men dit mijn ge schrijf, en make, des verkiezende, gebruik van de vrijheid, die wij aan ieder geven, en wel moeten geven te lezen of over te slaan; ofschoon ik dit nu niet zoo ver wil hebben uitgestrekt, als een mijner Duitsche collega's Dorpspredikanten, van wien ik onlangs in do Allgemeina

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 246