MEIMAAND. O! waaneer de lieve Meimaand 't Aardrijk tooit inet bloem en kruid, 0 hoe roept dan om ons henen Heel natuur Gods goedheid uit! Maar, wanneer haar negende ochtend D'oosterhemel purpren doet Dan, dan wordt de lieve Meimaand Voor mijn hart mij dubbel zoet. Dan, dan brengt zij nieuwen zegen Op den hoogtijd van een' Vrouw, Zeldzaam door haar blanke deugden, Lieflijk door haar vriendschapstrouw. Keer dan dikwerf, lieve Meimaand! Ons begroetend met uw kruid Kransen vlechtend, Haar, de Dierbre Die deez' dag een' jaarkring sluit. Wel verlangt zij, dat de Planter Haar verplaatse in hooger hof, Maar, zij weet niet hoe veel liefde Haar omlaag nog boeit aan 't stof.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 260