BBSS 133 denkt aan tijden toen honderden tan haringbuizen jaar lijks uit onze zeesteden uitzeilden, en duizendo handen bestaan, welvaart en overvloed aan de haringvisscherij te danken hadden; toen schatten er door werden in omloop gebragt, en de Hollandsche haring,door geheel Europa beroemd en gezocht was dan kan men het belang dezer uitvinding gemakkelijk beseffen. Niet ten onregte noemden onze voorouders deze vis- scherij de hoofdneriug welvaart en goudmijn dezer lan den. Nog in het laatst der vorige eeuw, en toen was het verval reeds zeer merkbaar, waren er jaren, waarin de opbrengst op 70millioeu guldens berekend werd. Andere volken verstonden toen de kunst van kaken nog zoo weinig, dat do Hollandsche haring voor de eenige goede gehouden werd. En nog tegenwoordig, nu vreemden het daarin verder dan vroeger, hebben gebragt, en dien ten gevolge deze tak van nijverheid slechts eene schaduw vertoont van hetgeen die vroeger was, houdt men alge meen de wijze, waarop de Nederlanders den haring kaken en behandelen, voor een der beste, en wij handhaven in dit opzigt onzen alouden roem. Wij zijn dus aan de uitvinding van onzen Zeeuw on eindig veel verschuldigd, en do man van wien men niets meer dan naam en sterfjaar weet, verdient de dankbare hulde der nakomelingschap Het Kerkglaswaarvan wij eene afteekening geven, is, zoover ik weet, het eenige gedeukteeken, dat van hem bestaat. Wel hebben sommige

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 273