- 139
»Was die Jezus niet geboren,
»Noch gestorven, of gewekt
«Wéér in 't leven, lieve! weet, dan
Had ons eeuwge schuld bedekt;
En wij kwamen na ons sterven
«Nooit bij onzen Yader t' huis,
«Had die Jezus onze zonde
Niet gedragen aan een kruis.
Daarom viert men dien verjaardag
«Waar elk deugdzaam mensch op roemt;
En dat heerlijk Jubeljongen
«Is het, wat men Kersfeest noemt.
«En opdat den lieve kindren
»'t Harte vrolijk ook moog slaan
«Planten de ouders voor hun woning
«Boompjes, met veel licht er aan
«En versieren stam en takjes
«Met geschenkjes voor hun kroost,
«En verbeiden zoo den ochtend,
«Die welhaast ter kimme bloost.
«Moederlief! hoe had uw Otto
«In zoo 'n boompje zich verheugd!
»'k Ben ook immers morgen jarig,
«En dat ware een' dubble vreugd.
«Ach, mijn Otto! hoe kon moeder,
«Zwak en krank voor n zulks doen
Zijwier nooddruft naauwlijks brood heeft,
Om haar eenigst kind te voên