ill. toeschijnendat de Maan inderdaad in ruim 4 "weken zbo dikwijls Tan gedaante verandert. Men bespeurt ge makkelijk dat deze afwisseling van licht afhangt van dén stand der Maan ten opzigte van de Zonen wij komen gemakkelijk tot het besluit, dat de eerste een donkere bol is, wiens eene helft altijd door dcZon verlicht wordt, en ons nn meerder, dan minder, nu niets, dan lietgeheel van hare verlichte zijde toekeert. l)e Maan loopt in 27 da gen 7 uren43 minuten en 7 seconden eenmaal om de Aarde. Nogtbans koereu de boven opgegeven schijnge stalten der Maan (Eerste Kwartier enz.) niet na verloop van dezen lijd terug, want in die 27dagen is de Aarde zelve wederom een gedeelte in hare baan voortgerukt, waarvan het gevolg is, dat do Maan om het aldus uit te drukken, nog eenigen tijd ladgerwerk heeft,om de Zon in te halen dan om bij eene bepaalde vaste ster of een vast punt, b.v.het nachleveningspunt (waar de Zon zich bevindtwanneer de Lente aanvangt) te komen. Dat dit laatste nog cenige seconden verschilt van het komen der Maan in zameustand mot de Zon, is een gevolg van den teruggang dor nachteveningen die in ruim 25000 jaren den sterrenhemel rondloopen; doch eene nadere ontwikkeling daarvan behoort niet te dezerplaatse. Het zij dus genoeg te zeggendat do Maan nog 2 dagen en ruim 5 uren langer noodig heeft, om weder bij de Zon dan bij zekere ster te komen, en dat dus de schijnge stalten der Maan gemiddeld na 29 dag. 12 n 24 min. 3 sec

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1844 | | pagina 64