LIU.
terugkeeren, hetgeen meneene maanmaand of maneschijn
noemt. De sterrekundigen noemen heteenen sijnodischen,
gelijk den eerstgenoemden met betrekking tot den ster
renhemel oenen sideralen en met betrekking tot het
nachteveningpunt eencn tropischen omloop. Wij zeggen
gemiddeldwant elke Nieuwe Maan komt niet naauw-
keurig na den opgegeven tijd. Het verschil daarin heelt
verscheidene oorzaken, die wij hier niet kunnen opnoe
men. Want ofschoon de Maan ons van alle hemelligchamen
verreweg het naaste bij is, zoo is de vooruilbepaliug van
haren stand en loop hoogst ingewikkeld, en behoort onder
de moeijelijkste vraagstukken der sterrekunde. Juist de
groote nabijheid aan onze Aarde heeft daarop eenen be
langrijken invloed daar zelfs de afgeplatte gedaante der
laatste den loop der Maan beduidend wijzigt. De eigen
lijke baan der Maan is alzoo eene hoogst zamengestelde
gekrulde lijn, die zich om de loopbaan der Aarde slin
gert; doch wanneer wij ons de laatste voor een oogenblik
als stilstaande denken, dan beschrijft de Maan in haren
omloop eene Ellips waarvan de Aarde in een der brand
punten staat. De groote as dezer Ellips heeft eene lengte
van 102791 Geographische mijlen en de grootste afstand
der Maan van de Aarde bedraagt 54681, do kleinste
48020 en de gemiddelde 51744 zulke mijlen; slechts
omtrent T/40O alzoo van den afstand der Zon maar toch
nog altijd voor een kanonkogel eene reis van ruim
3 weken en voor eenen voetganger, die dagelijks 10 uren