LXV.
werking het meest hare kracht uitoefenende op de naar
de Maan gekeerde zijde, doet aan dien kant het water
rijzen, terwijl de tegengestelde zijde het minst terug
getrokken wordtbij gevolg den Aardbol ecnigzins voor-
uitsnelt, en ook daar alzoo hoogwater veroorzaakt.
Daar het hoogwater in de Kwartieren alzoo niet enkel
door de aantrekkende kracht der Maan op de waterbuit
wordt veroorzaaktmaar tevens door de voortloopende
beweging der Aarde in hare baan, zouden volgens deze
redenering de getijden in do Kwartieren der Maan het
hoogst moeten zijn. Het tegendeel echter heeft plaats.
Bij Nieuwe en Volle Maan zijn de getijden het sterkst,
of liever kort na dezelve; door de boven vermelde traag
heid van het water zijn de derde getijden na Nieuwe en
Volle Maan (do springtijden genoemd) de sterkste. Dit
wordt veroorzaakt daardoor, dat niet enkel de Maan, maar
ook de Zon hot water aantrekten doet rijzen. Bij Nieuwe
Maan vereenigt zich beider aantrekking, omdat Zon en
Maan dan bij elkander slaan. De aantrekking hoopt zich
dus op; het water rijst meer: hel middelpunt der Aarde
wordt meer uit hare baan getrokken: het tegenoverge
legen water blijft daar meer achter; aan beide zijden
heeft dus hooger Waterstand plaats. Bij Volle Maan trekt
deze aan de eene zijde, de Zou aan de andere hetwelk
mede aan beide zijden, de Zons- en Maanszijde meer
dere verheffing veroorzaakt. Het middelpunt der Aarde
wordt echter nu aan de eene zijde door de Zonaan de