Reeds Mosses had in zijno milde wetten hem,die zich
aan dit misdrijf schuldig maakte, eene vrijstad open
gesteld (1) en in de latere jaren des Israélitischen volks-
bestaans, was het niet ongewoon, dat men de heilige
plaatsen beschouwde als zekere redmiddelen rau een
leren hetwelk men door misdaden had verbeurd. (2)
Die begrippen waren met zoovele andere joodsche denk
beelden in de Christenkerk der Middeleeuwen opgeno
men zoodat men kloosterskerkhoven en kerkgebouwen
bezigdeals den laatsten toevlugtsoord. De Geestelijkheid
werkte zulke denkbeelden in de hand en niet zonder
reden, daar op deze wijze hun stand in aanzien bij het
volk won. Verstandige Vorsten echter trachtten dit ge
bruik, dat voor den goeden gang des regis zoo hoogst
nadeelig was, te weeren. Salomo eerbiedigde hetzelve
(liet f3) en een der Hollaudsche Graven wist bij Rudolf
vav Diepholt een en der Ulrechtsche Bisschoppen, uit
te werken dat deze verklaardeoff ijemant om eenighe
misdaden wille die hij misdaen hadde inder liereken
offoplen kerekhove ginge die devrijheil vander kereken
niet en zonde mogen beschiidden volcomelijck na beschre
ven rechtendie misdadighe sal onse Lieve geminde
Heere die Hertoge van Bonrgoignen Grave van Hollandt
(1) Zie over deze vrijsteden Numeri XXXV.
(2) Verg. I Kon. 150; II 23
(3) t. a. p.