TT
1 1
36
iaalt het Lager onderwijs,
O! de baan wordt glad als ijs
Zoo men 't Hoogre zich wil wijden
En men struikelt eiken stap.
Alle graad Tan wetenschap
Past ook niet op iedren trap.
Aan de tafel Tan de kennis
Zitten allen gretig aan.
Elks behoefte ga te slaan
fs hier pligt, en heiligschennis
Is hethem Toorbij te gaan
Die, in 't schamel kleed gedoken,
Ook de hand heeft uitgestoken.
Dochbij 't prangen Tan den nood
Voedt ons best het daaglijksch brood.
Werd niet onzen kweekelingen
Steeds die zielspijs aangeboonp
Was het niet ons hoogste loon
Wilden sij slechts moedig dingen