71
een zeil gewaar, dat bleek mede een Curacaosche bark
te zijn, waarop een schipper bevel voerde, die bij vas
Hoohiv wel bekend was, en die alzooop zijn verzoek,
geen zwarigheid inaakte,hem en zijne matrozen aan zijn
boord inleneinen.
Alzoo aan zoo vele gevaren ontsnaptbevonden zich
onze zeelieden thans in veiligheid; maar de naauwge-
zetkeid TanvisHooaa voor de belangen zij nor meesters
drong hem, aan den Scheepsbevelhebber het voorstel te
doen om pogingen aanteweuden tot het opsporen der
1400 rijksdaalders, die zij na de schipbreuk der Jonge
Jantijdeus hun omdoolen in het bosch hadden ver
borgen. Deze, hoezeer wel verwonderd over zoodanig
opzet, bewilligde er echter in, om oplevaren naar de plaats,
waar gemeld schip gestrand en de ongelukkige beman
ning in het bosch gevlugt was.
Daar gekomen begaf zich vak Hooks met de drie
matrozen die bij hem waren en den bootsman van de
Curacaosche bark met twee snaphanen gewapend tegen
den avond naar den walen begonnen in het donker
geboomte naar de plaats te zoeken waar het geld ver
borgen was en die zoo als vroeger gezegd is met ecuige
merkteckenen was aangeduid Reeds drie uren hadden
zij daar omgezworven en waren gereed na zoo vruch
teloos zoeken, onverrigler zake weder te koeren, toen
de opkomende maan hen een stuk van een blaauw hemd
aan een boom deed ontdekken. Dit was één van de ge-