28 Wij verbeelden ons, hoe ook hier de brave Joachimi de bciangen van zijn vaderland zal hebben voorgestaan hoe hij daar het onregt der Jiederlandsche Republiek aangedaan met levendige trekken aan de Duitsche Vor sten zal hebben afgeschilderd en hoe deze al konde of wilde men dan geene hulp aan de kleine Republiek ver- leenen ,gewenscht zullen hebben, met zulk een volk als waar Joachimi voor sprak in vriendschap en vrede te leven, en gerust mogen wij er bijvoegen, dat het ook door zijn streven was dat onze vaderen na het eindigen des bestands den oorlog tegen Spanje met kracht kon den voortzetten, eenen oorlog, die geheel Europa ver baasde en die, 11a nog meenige inspanning van onze zijde, niet dan met eene voor ons glorierijke uitkomst geëindigd is In 1624 zonden 's lands Staten Joachimi benevens Fkakcois van Aekssen, Heer van Sommelsdijknaar Engeland. Deze zending had een tweeledig doeleens deels om de verdragen van onderlingen bijstand met dat rijk te vernieuwen en anderdeels om den uit zijne staten verdrevene Keurvorst Fbedeiuk van deï Paets in zijne waardigheden te herstellen. Deze door Spanje uit zijne landen verjaagde en van zijne goederen beroofde Vorsthad zich tot de Nederlandsche Staten gewend om hem in zijn' regt bijtestaan. Daar ons land toen zelf nog in oorlog met Spanje was zoo zagen de Staten wel in niet alléén den verdreven Keurvorst in zijne waardig-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 104