hem in zijne waardigheden en goederen kon herstel
len (7). Uit al het medegedeelde zal ten duidelijkste
gebleken zijndat Joachimi een man was, die, bij eene
groote vaderlandsliefdebuitengewone bekwaamheden
in zich Tcreenigde en aan wiens onderhandelen in Ter-
schillende gezantschappen het vaderland Teel te danken
had. Geen wonder dan ook, dat hij na het overlijden
van den reeds genoemden heer Jfoëi, dk Caros in zijne
plaats door de Staten tot hunnen gewonen afgezant
te Londen benoemd werd. Hij toch had zich door zijne
gezantschappen eenengrooten naam gemaakt, en in eer
en aanzien behoefde hij door zijne verheffing tot den
adelstand en door het bezitten van de heerlijkheden Oos
tende «n Iloedekenskerke, voor niemand achter te staan
eeustemraing waren de tijdgenoten in zijnen lof, en, hoe
gunstig vreemde staatslieden over hem dachten kan blij
ken uit de dépêches d'Hollande van den Fransehen Am
bassadeur te 's ff ageden heer u'Espesses die den 19
October 1624 van hem schreef: Monsieur Joachiiui
nous est revenuqui est un esprit qui passe l'ordinaire
de ce pays >i en de magtige mededinging waarmede hij
te kampen had getuigt tevens van het vertrouwen, dat
inen in hem stelde, welke mededinging mede blijkt uit
(7) Koning JiCOBtjs werd te meer tot dit laatste gedrongen,
omdat de verdrevene Keurvorst met eene dochter van hem ge-
huwd was.