den door een werk van Johasbis Selderijs, getiteld:
Mare clanstim of geslotens zee. Deze Seldemus, een
engelschman zijnde, schreef in genoemd werk het gebied
over de zee alleen aan Engeland toeook klaagde men
sedert 1628.dat men dit regt zoo goed als verloren had
door het verwaarloozen der zeemagt.
Kabel I, gehoor gevende aan de klagten zijner onder
danen verbood in Mei 1636 de vrije visscherij op de
Engelsche-Schotsche- en Iersche-kusten. Midderwijl
had JoAcnim het werk van Seldksüs den Staten toe
gezonden die het in handen stelden van den beroemden
Fetbits Cbsaeüs, welke zijne bedenkingen tegen het
zelve bij hen inleverde,en dewijl men de beraadslagin
gen omtrent zulk eene belangrijke zaak niet aan het
papier durfde toevertrouwen, ontbood men Joachibii
onder voorwendsel van het lijk zijner huisvrouw (11)
te vergezellen naar 's Hage. Iutusschen gevoelden de
Hollandsche en Zeeuwsche matrozen al den druk van
het verbod, en daar men reeds Cobrelis vai Bevkbejv,
algemeen rentmeester van Zuid-Hollandte vergeefs
als buitengewoon gezant naar Engeland had gezonden
en de Staten van Holland reeds aan den Engelschen
gezant te keunen haddon gegeven«datKoning Jacobes
«voorheen ook van zulk een regt gewaagd had, doch
(11) Deze was Adriaka Hbijssbk, bij wie Joachimi twee doch
ters had Zie Scheltima, Staatk Nederland, D I, bladz 532