34 dat men met meenen moest, dat Holland hetzelve er- kennen zou (12), en er nu nog geen einde aan de zaak kwam zoo besloot men op aanraden van Joachimi het verbod door kracht van wapenen te doen opheffen waarop de Luitenant-Admiraal ïaiv Dorp met eenige schepen in zee werd gezondenom de visschersvloot te beschermen. Get kwam echter tot geene vijaudelijkhe- deu, daar de cnlusten, tusschen Karei I en zijn volk ontstaan en waarvan straks nader, reeds lot eene aan merkelijke hoogte geklommen warenen den Koning in het verdedigen van ïijn voorgewend regt ten eenemale verhinderden. Door de beinoeijingen van Joachimi, in vereeniging met die van Jas Wolfaard vas Brsderode, Frascois Aehssess en den heer vas Heesvliet, werd er ten jare 1640 een huwelijk gesloten tusschen Prins Willem II en Maria, oudste dochter van Koning Karel I. Ook in deze zaak had de brave Joachimi zijne bekwaamheden tot heil van het vorstelijk stamhuis aangewend en de goede afloop der onderhandelingen was zeker een der aangenaamste gebeurtenissen van zijnen moeitevollen werkkring. Vier jaren na dit huwelijk, waren de twisten tusschen den Koning van Engeland en het Parlement al hooger en hooger gerezen: niet alleen wilde men in Engeland (12) Wacesaab, D. XI, bladz 261.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 110