die in de plaats van den Terraoorden leeraar Stuirbout
was beroepen, in 1669, op liet dorpje kwamen wonen.
Ongestoord konden nu ook de hervormdenuit de meer
gemelde landstreek aan de grenzen hier bijeenkomen
ter uitoefening van hunno godsdienst. Doch hadden zij
thans niet meer te lijden van de vervolging der Roomsch-
gezinden, eene andere ramp kwam weldra hun kerk
gebouw en het nieuwelings ontstane dorpje over. Kerk
en pastorij toch, en denkelijk de meeste woningen van
het plaatsje werden in 1708 in de asch gelegd door do
tot hiertoe doorgedrongene, Framchen destijds met ons
Gemeenebest in oorlog Van het kerkgebouw bleef slechts
de kerkeraads-kamer over, waarin men zich ter gods
dienstoefening behelpen moest, lot dat er wederom een
andere tempel was opgebouwd. Dit geschied de nit de op
brengst eener collecte aan de huizen in dit gewest. En
volbouwd zijnde in 1713, werd het tempelgebouw inge
wijd «op den 25 Dec. van gemeld jaar, zijnde eerste
Christ-dagh (Kersdag), door Ds Abdias Hattiïga Pre-
'likant tot Sluijs in Vlaanderen die tot dien eijnde
heeft ingeteekent een somme van 25 Vis voorden
«opbouw van de kerk, en diergelijke 10 ^6 Vis voor
den opbouw van het Predikants-huijs; »(6) terwijl voorts
de gemeente, ter dankbare nagedachtenis, de namen der
mildste gevers stellen liet op de beschilderde glazen
welke nog vóór weinige jaren in het klein maar net en
helder kerkje werden aangetroffen. De pastorij evenwel