61
werd niel zoo spoedig herbouwd uog in 1720 klaagde
de leeraar dat er tot dus Ter voor geene woning Toor
hein was gezorgd. Het zal echter niet zoo zeer aan onwil
als wel aan onvermogen hebben gehaperdwant het
spreekt van zelf, dat dit kerkgebouw geene eigendommen
bezat. Do arme dorpelingen moesten het dus onderhou
den. Nog weten sommigen, dat hunne grootouders en
ouders, naar gelang van vermogen, van 50-70 guldens
betalen moesten alleen voor de eeredieust. Doch hoe
drukkend die last ook zijn mogten betrekkelijk nog
is, zoo getroostte men zich steeds dcnzelveu ter liefde
der godsdienst. Hierbij mogt het in waarheid een geluk
worden genoemd voor het dorpje.dat zeker erkentelijk
tneusch, Jakobus Claajjs, die in zijne kindschheid als
wees hier was opgenomen verpleegd en zijne belijdenis
had gedaan doch daarna als zee-kapitein in dienst der
Oost-Indische Compagnie, fortuin verwierf, bij testa
ment, gepasseerd op den 28 Oct. 1763, te Batavia voor
den notaris Zalle en getuigen de gereformeerde armen
te IVuter lande voor een derde deelna aftrek van eenige
legaten, tot zijn erfgenaam benoemde, bedragende het
derde gedeelte zijner nalatenschap de niet onbelangrijke
som van ƒ25910. Hoe jammer! dat van dit kapitaal,
meestal in effecten en obligation bestaande en onder
beheer van het Collegie 's Lands van den Vrijen, als
opperarinmeeslers, ongelukkiglijk de helft verloren ging,
naar dien gezegde papieren, bij het bombardement van