Sluis iii 1794, door brand weiden vernield of althans te zoek raakten. Deze ramp was ecbter de eenïge niet, welke het dorpje veroorzaakt werd,door de komst der Franschen in gemeld jaar. Immersdoor dit binnenruk ken van den vijand in Cadzanddes namiddags van den 27 Julij werd do gemeente 7 maanden lang geschei den van haren leeraar Joasses de Lepelaab, (j7) die destijds, om huisselijke zaken, met zijne vrouw naar Zierikzee vertrokkenniet kon wederkeeren naar zijne standplaats, naardien op hoog bevel alle overtogt ver boden wastot de kapitulalie van Zeeland. Bovendien werd thans het kerkgebouw beroofd van de weinige in komsten, welke men hetzelvesiuds eenige jaren uit zekere tienden had toegevoegd. De tienden toch werdengelijk bekend is, in dit gewest door Napoleoj afgeschaft(8) terwijl de gemeente eindelijk ook op bevel van den Franschcn Generaal Kossead, kommandant van het land van Cadzand. in de maand Aug. 1809hare kerk moest afstaan .om tot kruidmagazijn te dienen. Derzelver leer aar, reeds in 1797 naar elders beroepen en vertrokken zijnde, bleef de goineente, door de omstandigheden des tijds herderloos was bij IJzendijke gevoegd doch werd door de gezamentlijko Predikanten van het Consistorie van IJzendijke&\s gemeente beschouwd, en als vacature bediend. Men predikte in het schoolgebouw. Toen echter dit gewest wederom aan onzen Staat terugkwam, werd alhoewel niet zonder vele daartoe vooraf aangewende

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 142