(il
635 zielen; (10) van welke de helft Hervormdende
anderen Roomschgezinden zijn; laatstgenoemden be-
hooren Kerkelijk deels tot Oostburgdeels tot Ijzen-
dijke. Men heeft er geen dorpshuis, maar slechtsin
plaats daarvan eene zoogenaamde commune-kanier, in
één' der herbergen. Eerst in 1796 werd hier een molen
gesticht: ook mist het kerktorentje nog altijd een uur-
en slagwerk. (11) Overigens is het dorpje lief en aange
naam gelegen aan eenen heerlijk beplanten dijk en
schuilt des zomers, omringd van bloeijende hoven en
boomgaarden, als in het groen; terwijl de doortogt van
Oostburg naar IJzendijkeen de, voor dezen oord, door
het Gouvernement aangewezen heerbaan over dit dorpje
loopendetot vervoer van goederen naar en uit Vlaan
deren, hetzelve eenige meerdere levendigheid en vertier
bezorgen dan wel gewoonlijk met dergelijke afgelegene
plaatsjes het geval is.
Hier zoude ik kunnen eindigen ware het nietdat ik
om door den lezer van geene bijgeloovigheid verdacht te
wordennog een paar woorden ter opheldering zeggen
wilde, van 't geen aan het slot van vorenstaand stukje
voorkomt. Die zoogenaamde onuitwischbare bloedvlek
ken zijn geen gewrocht mijner eigene verbeelding. Men
wil toch, dat de predikstoel, in mijn kerkgebouw nog
voorhanden dezelfde iswaarop en waarbij de in dat
opstel vermelde, misdaad gepleegd werd, en dat er vóór
eenige jaren nog bloedvlekken zich aan denzelven zou-