65
den vertoond hebben, vóór dat hij zijne tegenwoordige
verw bekwam. Mij dunkt, het geval luidt vrij ongelooflijk.
Indien het toch dezelfde kansel is dan moet hij gespaard
zijn gebleven bij den brand die het overgebragte kerk
gebouw vernieldeen alleen de kerkeraads-kamer vrij
liet; dit kon echter mogelijk zijn naardien de predik
stoel geplaatst was tegen den muur van dit vertrek en
welligt de brand voornamelijk het voorste gedeelte der
kerk zal hebben verwoest. Ik geloof zulks echter niet,
wijl ik aangeteekend vind, dal, bij de inwijding der
nieuwe, na den brand herbouwde kerk, «de voorzan-
gersdienst is ivaergenomen door M.r Jas.... school-
meester en voorsanger binnen Tsendijkedie tot dien
eijndë een schaalje heeft vereert voor de Predikstoel.»
Men zou immers hieruit opmaken dat de vroegere kansel
óf verbrand óf altbans zeer beschadigd moet geweest
zijn? Doch al kon deszelfs identiteit worden bewezen
dan komt het mij toch altijd ongelooflijk voor, dat nog
na verloop van anderhalve eeuw, zich bloedvlekken aan
den kansel vertoonen konden Ik denk derhalvedat
Watis dit schaaltje Een leitje of bordje tot aanwijzing
van Psalm of Zondag? Ik denk het, en dat die schoolmeester,
gelijk meermalen zijne ambtgenooten elders deden en doen, zelf
de letters er sierlijk zal hebben opgeschilderd. Maar dan vervalt
ook het bewijs, dat mijn vriend Wzs er uit ontleent. Overigens
ben ik het in de zaak met hem eens.
V, O.