71 over hunne nalatenschap, en de voorbehouding einde lijk, om uit dit bloot handels-tractaat eenige gevolgen te trekken ten opzigte van verpligtingeu uit vroegere tractaten gesproten. Wij halen den voornamen inhoud van dit verdrag niet zoo zeer aan, om ons iu de staatkunde van het toen malig Europa te verdiepen als wel om te doen op merken den invloed dien het toenmalig Gemeenehest der Vereenigde Nederlanden destijds nog uitoefende bij de oplossing der teederste vraagstukken, die zich bij haar uitgebreid handelsverkeer voordeeden, en om te doen zien, dat onze Pieteb Mogge geene onaanzienlijke plaats be kleedde onder do Staatslieden van den toenmaligen tijd en bekwaam gerekend werd, om aan zulke belangrijke onderhandelingen deel te nemen. De edele man ondervond echter, bij al het aanzien, dat hij genoot, en bij al de onderscheiding, die hem in zijne openbare ambtsbetrekking ten deel viel, eene on aangename en smartelijke verguizing van de zijde zijner eigene stadgenooten voor wie hij vroeger als Overheids persoon met zoo veel zorg gewaakt had, voor wie hij als bijzonder burger zoo nuttig geweest was, en aan wie hij, na zijn sterven, zulk eene uitstekende weldaad be wijzen zoude. Wij moeten deze omstandigheid van 's mans leven eenigzins breeder ophalen. Na den dood van Prins Wrtr.EM nrs 111die in 1702

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 156