88 Ter bestemder ure vloeide eene talrijke schare naar de aangewezen plaats. Up het plein, hetwelk zich vóór het Sociëteitsgebouw bevindt, was eene eerepoort opgerigt, op welker kruin de Nederlandsche vlag zich vertoonde. De zaal der vergadering zelve had geen ander sieraad dan hetgeen zij ontleende aan de vereeniging, welke zich binnen hare wanden bevond. Menscben van verschillen den leeftijd en van verschillenden stand waren er bijeen. Naast den landman wiens helder oog en blozend gelaat niet minder, dan zijne spierkracht en bouw ons innemen zit de man die bij zijne studiën is grijs geworden. Naast hem, die het regt handhaaft, de man wien het een ge noegen is, zichzelven in te wikkelen in den doolhof des handels. Naast hem, wien des Konings wil met eerelint de borst versierde, de man,die geen ordeteeken draagt dan dathetwelk de Koning der Koningen hem schonk in eene regtschapcu ziel. De scheidsmuur, uit titels en rangen opgetrokken was daar weg gevallen omdat één doel: de bevordering van Landbouw en Veeteeltallen voor oogen stond. Een welmeenend welkom werd door den Voorzitter der Maatschappij der vergadering toegeroepen in een be langrijk onderwerp, daarna door dezen in eene gepaste rede behandeld Ilet gold den band tusschen wetenschap en beoefening op het terrein des Landbouws - het Schib- boleth onzer eeuw. De redenaar moge kort gesproken hebben, zijne woorden waren daarom niet minder over-

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 170