tuigend. Wie stemde niet Tan ganscher harte toe, dat nog Tele en groTe gebreken den Land houw in onsvader- land aankloTcn Wie deelde niet zijn gevoelen toen hij op Tooroordeelen Tooral op gehcchtheid'aan der ouderen Toorbeeld wees, als op belemmeringen Tan de gelukkige ontwikkeling des Landbouws? Wie juichte hem niet toe toen hij de middelen ter Terbeteriiig Tan het gebrekkige aanwees en de gewassen noemde, op welke dezelve het eerst moesten worden toegepast? En wie uitte niet met hem den wensch, dat het reuzenplan eener Terbindtenis tusschen Zeeland en Dnitschland door middel van eenen spoorweg voor den landbouw die groote voordeden mogt opleveren, welke daarvan het gevolg kunnen zijn? De toejuichingen den redenaar aan het einde zij nor rede te beurt gevallenwaren welverdiend en dezelve zijn, Toorzeker! meer geweest, dan eene pligtplegingdoor de wellevendheid voorgeschreven. De Voorzitter werd door den Secretaris der Maatschappij vervangen. Deze las de handelingen der vorige algemeene Vergadering voor, en het was voor ieder, die in den bloei der Maatschappij belang stelt, een aangenaam berigt.dat de fondsen der vereeniging in eenen gunstigen toestand verkeerden, en het getal harer leden was toegenomen. Niet minder aangenaam was het, uit de voorlezing Tan een tweetal verslagen, door de afdeelingen overgelegd, te zien, dat dezen in den geest der Maatschappij de be langen van den Landbouw behartigden, ja! het kon niet

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 171