90 anders, dau eenestreelende gewaarwording zijn toen de dl Voorzitter berigtle dat de zaak, in Zeeland begonnen, w ook in andere gewesten des landsmet name in Drenthe h( en Gelderland, dien bijval gevonden had, dat ook daar to de grondslagen eener Maatschappij gelegd waren. Hadden de H. H. Baron Schijimelfessisck vasder Oije vo en Baron vas Brakel tot des Esgh, de benoeming tot m honoraire leden der Maatschappij zich tot eene eer gere- ar kcnd thans sloeg de Voorzitter als zoodanig voor: de d< H. H. Melder, Hoogleeraar ie Utrecht, benevens zijnen ambtgenoot aan dezelfde Academie Bergsjha voorts de te H. H. vas Hall, Hoogleeraar te GroningenEjvklaar, oj directeur van het Landhuishoudelijk Instituut te Zalk, te vas Eciites vas Holthe President der Maatschappij tot d< bevordering van Landbouw en Veeteelt in Drenthe en er Gibbs handelaar in zaden te Londen. Niet te verwon- aa deren dat men aan dit voorstel zonder onderscheid zijne se toestemming gaf, daar aller bevoegdheid tot deze eer de boven allen twijfel verheven was aangezien de genoemde ni Heeron niet alleen door hunnen ijver in de bevordering d( van het doel, door de Maatschappij beoogd, bekend waren, le maar gedeeltelijk ook aan dezelve blijken hunner toe genegenheid gegeven hadden. Nadat de Voorzitter eenen brief had voorgelezen, bij welken Z. Excellentie de Minister van Binncnlandsche V Zaken berigtledat zijne ambtsbezigheden hem niet toe- d< lieten deze vergadering bij te wonen en ook van wege d<

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuwsche Volks-Almanak / Nehalennia | 1846 | | pagina 172